Waarom leven met minder pure rijkdom is
Hoe minder spullenzooi, hoe minder stress. De enige echte luxe is ruimte. Groene ruimte, tot zo ver het oog reikt…
Er waren mensen die ronduit geschokt reageerden toen ik in een van mijn vorige artikelen bekende dat ik tijdelijk op een emmer moest poepen omdat de afvoer van mijn Hongaarse badkamertje ernstige kuren vertoonde. “Op een emmer?! Oh nee, dat zou ik echt niet kunnen!’, reageerde een dame op Facebook ontdaan. “Slechte voorbereiding op de emigratie, dat hebben wij veel beter aangepakt”, oordeelde een man niet zonder trots. “Typische Ik Vertrek-toestanden”, vulde een andere man aan. En meer van dat soort vriendelijke opstekers…
Maar wat had ik nou gezegd? Geen paniek. Ooit krijg ik dit gefikst. Tot die tijd gaat het best met die emmer. En sinds deze week is het dus gefikst. Bijna gratis zelfs. Ik sloot vriendschap met een zeer behulpzame, bouwkundig onderlegde Hongaar, die aanbood om tegen geringe materiaalkosten een nieuwe afvoer en bezinkput voor mijn afvalwater te maken. Omdat we nauw gaan samenwerken bij het faciliteren van mijn losvaste ouderen community in oprichting. Dus sinds een week kan ik mijn badkamer weer zonder zorgen gebruiken.
Al met al heb ik precies een jaar lang op mijn emmertje getoiletteerd. Dat vind ik een vrij bescheiden offer voor het wonen in een eigen droomboerderij. Want ik breng hooguit tien minuten per dag door op een wc en de rest van de tijd zit ik hier straalgelukkig met volle teugen te genieten van alle natuur en ruimte rondom mijn paradijsje.
Eerlijk gezegd ben ik heel erg blij dat ik niet zo’n vrouw ben die niet zonder materiële luxe kan. Dat ik ondanks rode lippenstift en passie voor leuke oorbellen toch ook een beetje ruig ben gebleven. Wel zo praktisch.
In mijn moestuin leeft de indrukwekkende wolfsspin Geolycosa vultuosa
Ooit heb ik daar bewust voor gekozen. Omdat ik anders niet naar Afrika had gedurfd. Vanwege enge beestjes en raar eten en zo. Maar ik wilde zó dolgraag naar Afrika dat ik op een dag besloot om me in 1x over al mijn angsten heen te zetten. Daar heb ik nog altijd profijt van.
Zo kom ik in mijn moestuin regelmatig zeer grote spinnen tegen, waaronder de indrukwekkende wolfsspin Geolycosa vultuosa, met een lijf van ruim 2 centimeter exclusief acht zwaarbehaarde poten. Natuurlijk schrik ik daar ook wel even van, maar die arme diertjes schrikken duidelijk nog veel erger van mij. Dus terwijl zij zo snel mogelijk wegrennen om zichzelf in veiligheid te brengen, tuinier ik gewoon rustig verder.
Wie te bang is voor ’beestjes’, ontzegt zichzelf veel. Hier op de poesta vliegt bijvoorbeeld de grootste wesp van heel Europa rond: de spectaculaire mammoetwesp of reuzendolkwesp (Megascolia maculata). Zij snorde vorige zomer ineens langzaam op ooghoogte aan me voorbij, waardoor ik haar vrij goed kon bekijken. Vrouwtje mammoetwesp is wel 6 centimeter groot! Ter vergelijking: de Europese hoornaar wordt hooguit 4 centimeter. Haar gezicht is geel, de rest van haar grote lijf is pikzwart met bruine vleugels en 2 dikke felgele strepen op het achterlijf. In dit filmpje duwt ze een dikke hommel weg bij nectarbar De Kruisdistel.
Het voorjaar is hier op spectaculaire wijze losgebarsten
Het is helemaal geen agressieve wesp, je kunt gewoon rustig opzij stappen als ze eraan komt. Ze is op zoek naar de dikke, sponzige larven van grote keversoorten, zoals de neushoornkever en de meikever. Die prikt ze aan met haar legboor en legt er vervolgens eitjes in, zodat haar jonkies straks lekker vers vlees op het menu hebben zodra ze uit hun ei komen.
Eigenlijk gun ik mezelf amper de tijd om te schrijven, want mijn tuin roept. De afgelopen weken is het voorjaar hier namelijk op ronduit spectaculaire wijze losgebarsten. Ik heb serieus nog nooit zo veel bloesembomen gezien! Het is zalig lenteweer. De smaragdhagedissen liggen alweer schaamteloos te paren in mijn tuin en de nachtegaal zingt achter mijn keukenraam. Vooral als ik ’s morgens rond een uur of vijf mijn eerste kop thee sta te maken in mijn keukentje, kan ik genieten van zijn virtuoze solo’s. Wat een rijkdom! Tijdens het wandelen met de honden heb ik nu al verschillende hoppen gescoord en ook de ooievaars zijn weer terug uit Afrika, druk bezig met het fatsoeneren van hun oude nesten. Elke dag zie ik meer verschillende soorten vlinders vliegen. Vooral veel koningspages, de strak gestylede broertjes van de koninginnepage.
De veldkrekel: Insect van het Jaar 2024
Aan het eind van de middag ga ik meestal nog een half uurtje ballen met mijn honden op het grote lege veld achter mijn grondstuk. Een paar weken geleden ontdekte ik daar iets merkwaardigs: overal op het pad vielen me ineens schuine, vingerdikke holletjes op. Geen holletjes die recht naar beneden leiden, zoals van muizen, maar gewoon consequent in een nette hoek van 45 graden… En op een dag zag ik vanuit mijn ooghoek een zwart wezen naar binnen schuiven in zo’n holletje. Een zwart wezen dat liever niet door mij gezien wilde worden. Maar ik had hem wel herkend. Het hele veld blijkt bezaaid met holletjes van veldkrekels (Gryllus campestris). Die al een paar weken hun heerlijk romantische kriii-kriii-kriii geluidje laten horen. In dit filmpje is goed te zien hoe mannetje veldkrekel dat leuke geluidje maakt door zijn linkervleugel snel onder zijn rechtervleugel heen en weer te schuiven.
In Nederland is de veldkrekel toevallig net met 30% van de stemmen verkozen tot Insect van het Jaar 2024. Terecht, want het is echt een leuk beestje. Het holletje dat hij graaft, leidt via een gang van wel 20 tot 30 centimeter lengte naar een ondergronds kamertje waarin hij overwintert. Voor de ingang van zijn hol onderhoudt hij een zogenaamde ’arena’: een kale plek -eventueel door hem zelf kaal geknaagd- waar hij voldoende bewegingsvrijheid heeft om alle kanten op te tsjirpen. Hoe voedselarmer en kaler het landschap, hoe verder zijn geluid draagt, tot wel 50 meter ver zelfs. Dus hoe meer kriii-kriii hij tot in de wijde omtrek kan laten horen, hoe meer succes in de liefde!
Ooit kwamen veldkrekels overal voor op de Nederlandse zandgronden, maar die tijden zijn helaas voorbij. Want de schrale landschappen waar ze hun krekeldingetjes kunnen doen zijn overbemest geraakt door de intensieve landbouw. Tegenwoordig zijn ze alleen nog te horen op enkele geïsoleerde heideveldjes. Dat is dan ook de reden waarom Gryllus sylvestris tot insect van het jaar is verkozen: als symbool voor het enorme biodiversiteitsverlies op het platteland. Waar ooit veldleeuweriken en veldkrekels samen de toon zetten in weide en akker, is het inmiddels oorverdovend stil geworden…
Heerlijk overzichtelijk, dat minder. Het geeft rust in mijn hoofd
Ik geniet met volle teugen van de Hongaarse natuur rondom mij. Het maakt dat ik me hier in mijn tanya ongelooflijk rijk voel. Dat er nog wel wat renovatieklusjes liggen hier en daar, maakt me helemaal niks uit. Waar ik me enorm over verbaas is hoe makkelijk het me eigenlijk afgaat om het gewoon met minder te doen. Minder spullen, minder luxe, minder prijzige ’ervaringen’ zoals verre vakanties bedoel ik. Heerlijk overzichtelijk, dat minder. Het geeft rust in mijn hoofd.
Precies hetzelfde geldt voor mijn vriendin Daan, die helemaal aan de andere kant van Hongarije woont, in het hoge Noorden. Daan maakt leuke filmpjes van haar rustige, sobere leven op het Hongaarse platteland op haar eigen Youtube-kanaal. En die blijken zeer inspirerend voor een groeiende schare vaste kijkers. Laatst plaatste ze op Facebook een foto van zichzelf met een mok thee in haar hand, zittend op haar stoepie voor haar lemen huisje. Met als mededeling dat ze zich gewoon heel gelukkig voelt. Ik snap precies wat ze bedoelt: dit leven na de ratrace, na de tsunami aan externe prikkels in Nederland, is als balsem voor de ziel.
Onwillekeurig moet ik denken aan die podcast over succes en spiritualiteit, waar ik ooit een paar afleveringen van beluisterde… Ik ben de naam even kwijt en dat is maar goed ook. De presentator bekende dat hij altijd gaat shoppen bij de Action als hij zich rot voelt. Dat hij dan een hele kar volgooit met prullentroep die hij helemaal niet nodig heeft. Dat hij zich soms schaamt als hij voor de zoveelste keer thuiskomt met alweer overvolle plastic tassen. Dat hij een inmiddels uitpuilende ’cadeaukast’ bezit waar hij altijd lukraak iets uit graait als hij naar een verjaardag gaat. Spullen die niet eens uit de verpakking zijn gehaald. Wat een droefenis.
Ik durf deze man hier te noemen omdat ik zelf ook ooit zo was: een ernstig koopverslaafde yup. Ter compensatie van knagende innerlijke onvrede met mijn bestaan. Gelukkig zijn die tijden allang voorbij. De grootste luxe van allemaal is voor mij: groene ruimte, tot zo ver het oog reikt.
Ineens vraag ik me af waar ik eigenlijk heen wil met dit artikel
Uiteraard heeft het verschil tussen een spullenarm-maar-natuurrijk leven en een spullenrijk-maar-natuurarm leven gigantische implicaties voor ons bestaan op deze planeet. Helaas kunnen de meeste mensen zich niet eens een voorstelling maken van de impact van hun eigen koopgedrag. In mijn onmacht heb ik weleens geroepen ’er zou zoiets als een productievergunning moeten bestaan!’ Waarvoor hebben we in vredesnaam zo idioot veel verschillende shampoos en deodorants nodig? Waarom moet er voor alles een elektrisch apparaatje komen als het ook makkelijk met de hand kan? Waarom zijn we met z’n allen als lemmingen zo hard mogelijk richting afgrond aan het rennen?
Ineens vraag ik me af waar ik eigenlijk heen wil met dit artikel. Ik wil geen doemdenker zijn. En ook geen dominee die mensen vertelt wat ze wel en niet mogen doen of kopen of eten. Als anderen dit doen, ben ik daar meestal ook heel snel mee klaar. Dat maak ik namelijk zelf wel uit. Maar als natuurjournalist voel ik me uiteraard zeer betrokken bij de vervuiling en achteruitgang van de natuur. En juist daarom vind ik het een enorme kick dat ik hier in mijn Hongaarse tanya zo heerlijk weinig kopenkopenkopen-prikkels ervaar en daardoor ook van belachelijk weinig geld kan rondkomen.
Of zoals Onno Aerden schrijft in zijn boek ’De bevrijdende rijkdom van goed genoeg – Waarom minder willen ons meer oplevert’ : ’Het wordt tijd om te kiezen voor een leven dat meer haalt uit minder: bezinning, rust, contact en, vooruit, meer verveling, door minder te verbruiken, te kopen, te verlangen’.
Verveling is niet vervelend, maar juist goed. In mijn artikel over het nut van niksen schreef ik al dat verveling leidt tot meer creativiteit. Terwijl kopenkopenkopen juist leidt tot steeds minder creativiteit.
Minister van de Nieuwe Economie: een verhaal dat hout snijdt
Tijdens het afwassen luister ik naar de laatste Tegenlicht-podcast, waarin ene Michel Scholte in hoog tempo een ingewikkeld verhaal afsteekt over economie. Het regent jargon, met verduurzaming, speelveld, innovatie, impact, open source, rapportages, transparantie en meer van dat soort mooie woorden. Hoewel ik in eerste instantie mijn gebruikelijke weerzin tegen vlotte babbels voel opkomen, breekt zomaar ineens de zon door een asgrauw wolkendek. Deze man is niet voor niks door MVO Nederland verkozen tot Minister van de Nieuwe Economie! Zijn verhaal snijdt hout en het doet me echt goed om te horen dat er achter de coulissen bepaald niet wordt stilgezeten.
Scholte pleit voor ’fair pricing’ van artikelen, waarin milieuschade, grondstoffenverbruik en arbeidsomstandigheden consequent worden doorberekend. Europa kan daarin wereldwijd de toon zetten, waardoor ’slechte’ producten steeds duurder worden en ’goede’ producten steeds goedkoper. En deze fair pricing wordt ook toegepast op goederen die van buiten Europa worden geïmporteerd, zodat het voor bedrijven als AliExpress, Wish, Shein en Temu onmogelijk wordt om nog langer op grote schaal inferieure en soms zelfs gevaarlijke prullentroep naar Europa te exporteren.
Michel Scholte is van plan om zich tussen nu en 2030 indringend tegen de Haagse politiek aan te bemoeien. Doe maar, Michel! Schuif anders gewoon meteen aan bij die hopeloze formatietafel! Mijn volledige steun heb je. Dan gaat deze spullenarme bohémienne nu een punt achter dit artikel zetten, nog even wat palmkool en snijbiet zaaien en daarna weer even lekker met een kop thee in haar tuin naar de virtuoze solo’s van de nachtegaal zitten luisteren. Als die veldkrekels daar tenminste niet de hele tijd doorheen zitten te tsjirpen met hun kriii-kriii-kriii…
Images: Perzikbloesem via Pxhere | Mammoetwesp – Daniel Villafruela via Wikimedia commons | Europese hoornaar – Martin Cooper via Wikimedia commons | Koningspage – Hans Hillewaert via Wikimedia commons |