ArtikelenDerde levensfaseGeen donatiesLeven in Hongarije

Sommige mensen kun je onmogelijk redden (3)

Waarin Els mij zonder pardon aan de kant schuift, voormalige huisbazen zich melden en Tibor er ineens alleen voor staat…

Nadat Els eind maart drie dagen bij mij op bezoek is geweest om de tanya van Tibor te bezichtigen, hoor ik niets meer van haar. De afspraak die we hebben gemaakt, is dat ze over twee maanden -dus per 1 juni 2024- naar de tanya verhuist, want dan is de renovatie klaar. Er zit dan alleen nog geen keuken in, want die wil ze zelf uitzoeken…

Een week na haar vertrek uit Tompa stuur ik Els via Messenger de opzegbrief die ik op haar verzoek heb geschreven voor haar huidige Nederlandse huisbaas. Zowel als Word-bestand als in PDF. Els antwoordt klagend dat ze op de terugweg wel twee uur lang tegen een laagstaande zon in heeft moeten rijden en dat ze mijn beide tekstbestanden niet kan openen. Dus laat maar zitten dan. 

En: ‘Verder wil ik je vragen of ik het nummer van Tibor mag hebben, want jij hebt helaas andere ideeën over wat waar moet komen, ik bepaal dat liever zelf (samen met Tibor) wat praktisch is en ook qua uitvoering en dat zul je niet erg (moeten) vinden aangezien het mijn huis wordt. Gr Els’

Ik antwoord dat ik goed kan begrijpen dat ze bij thuiskomst hartstikke moe was en stuur de tekst van de opzegbrief nog een keer gewoon als chatbericht, zodat ze het zelf kan overschrijven. 

Ik ben kennelijk in ongenade gevallen

En: ‘Wat betreft het nummer van Tibor. Ik denk niet dat het een goed idee is als je hem gaat bellen met allerlei wensen. Hij heeft zelf geen mobiele telefoon, ik contacteer hem altijd via zijn vrouw. Hij wil graag dat alle contact via mij verloopt. Hoe je de woning gaat inrichten moet je helemaal zelf weten, daar zal ik me verder niet mee bemoeien als je dat zo storend vindt. Hoe je je keuken wilt hebben kun je face-to-face met hem bespreken als je de volgende keer hier bent. De verdere bouwkundige afwerking doet hij naar eigen inzicht (en financiële middelen). En natuurlijk wordt het jouw huis, maar wel pas over 3 jaar.’

Waarop ze pissig antwoordt: ‘ik vraag me af of Tibor graag wil dat alle contact via jou loopt of dat jij degene bent die dat graag wil’.

Okee. Ik ben kennelijk in ongenade gevallen. Jammer dan. Ik vraag Tibor of Els zijn telefoonnummer mag hebben. Dat mag, en ik stuur het door naar Els.

Een paar dagen later volgt weer een boos bericht: ze kan de foto’s van de tanya niet terugvinden die ik voor haar op mijn Facebook tijdlijn had gezet en die alleen voor haar zichtbaar zijn. Ik verzeker haar dat ik de foto’s niet heb weggehaald. Ze kan ze evengoed niet vinden en schrijft vertwijfeld: ‘Het lukt gewoon niet, terwijl ik ze 1 keer heb gezien, maar ik MOET gewoon wat sturen naar de fokker van de pluizebol, zodat ze weet dat de kleine goed terecht komt, het zijn helaas erg dure honden, maar het is het wel waard.’ 

Ik stuur haar via Messenger dan maar apart drie foto’s van de 2000 m2 grote zijtuin, de tanya en het achteruitzicht. Maar ook daarmee is ze niet tevreden. Ze mort dat dit andere foto’s zijn, dat het wel vreemd is dat ik kennelijk mijn eigen foto’s niet kan terugvinden, maar laat maar zitten.

Er staat ineens een onbekende Hongaar aan mijn poort

De ontevreden geluidjes van Els worden me nu toch een beetje te gortig, dus ik schrijf geïrriteerd terug: ‘Waarom doe je zo onvriendelijk? Waar is dat voor nodig? De 3 foto’s die ik je vanmiddag heb gestuurd zijn GEEN andere foto’s, maar het lijken me de enige relevante foto’s om een fokker te overtuigen. Ik neem althans aan dat het voor een hond niet heel veel uitmaakt hoe zo’n huis er van binnen uitziet.’

‘Ik doe niet onvriendelijk, maar vraag me af waarom jij me een tel nr stuurt van de vrouw van Tibor wat niet correct is (nummer is niet in gebruik) ik vind het vervelend als dom gansje behandeld te worden.’

Ik check het nummer nog een keer bij Tibor, die lachend antwoordt: “Dan moet ze het gewoon nog eens proberen, want het nummer klopt wel. Misschien waren we op dat moment in Servië, dan krijg je inderdaad een foutmelding…”  

Hierna hoor ik helemaal niets meer van Els. Wel staat er ineens een onbekende Hongaar aan mijn poort die een vraag heeft over dat oude witte busje dat laatst bij mij geparkeerd stond. Klopt het dat deze auto van een oude Nederlandse vrouw met een heel grote hond is? En ken ik deze vrouw? Jawel, hoezo? De Hongaar stelt zich in prima Duits voor als Janosz en schudt me vriendelijk de hand. 

Hij is de zoon van de vroegere eigenaar van mijn tanya, de oude man die planten kweekte op het landje. Hij heeft nog een appeltje te schillen met Els, want ze is op een dag zomaar zonder enige aankondiging vooraf vertrokken uit de tanya. Met achterlating van een ongelooflijke smeerboel en een stroomrekening van duizend euro. “Die heeft mijn arme oude vader moeten betalen op z’n 78ste, terwijl hij maar weinig geld heeft.”

Oh, is ze dement nu? Mooi. Dat is dan haar straf van God!

Ik besluit maar gewoon open kaart te spelen en vertel dat Els binnenkort weer in Tompa komt wonen. En dat ik haar er misschien toe kan bewegen om deze schuld alsnog te vereffenen, bijvoorbeeld in twee of drie termijnen. Ik doe een beroep op zijn begrip voor een oude vrouw met beginnende Alzheimer. 

Maar Janosz lacht smalend: “Oh, is ze dement nu? Mooi. Dat is dan haar straf van God! Het is schandalig wat ze mijn vader heeft aangedaan. En dat terwijl we haar juist heel erg hebben geholpen met alles. Want ze huurde eerst van zigeuners in Kiskunhalas, die alles van haar hebben gestolen. Mijn vrouw heeft haar nog een heleboel kleren gegeven, want ze had niets meer… “ Ik stel nogmaals voor om te bemiddelen, maar daar wil Janosz niks van weten. Hij gaat een advocaat op Els afsturen.

Uiteraard heb ik daarna een serieus gesprek met Tibor. Om hem te waarschuwen. Misschien kunnen we Els toch beter laten zitten waar ze nu zit. Ik wil niet dat hij in de problemen komt met haar. Stel je voor dat ze er inderdaad op een dag zomaar vandoor gaat en Tibor met een hoge stroomrekening laat zitten! 

Voordat ze naar Hongarije kwam, woonde Els jarenlang in Frankrijk, waar ze een eigen huis had. Maar dat huis is op een kwade dag volledig in vlammen opgegaan. Sindsdien wil Els absoluut geen houtkachel. Ze verwarmt met drie elektrische radiatoren, die met olie zijn gevuld. Dat wordt heel duur, weet Tibor, die hardop begint te hoofdrekenen. Drie van die radiatoren verbruiken ’s winters minstens 300 euro per maand aan stroom.

In deze tanya kan een blind paard geen schade doen

Toch laat hij zich niet afschrikken door het verhaal van Janosz. Hij vindt het een prettig idee om maandelijks wat te verdienen met die tanya. Bovendien weet hij hoe je met oude mensen moet omgaan. Zolang je ze maar met veel geduld behandelt, komt het goed. Ik help het hem hopen, maar heb mijn twijfels. 

Ook gaat hij gewoon maandelijks haar meterstanden aflezen en haar verbruik vooraf afrekenen, zodat hij niet voor verrassingen komt te staan. En ze mag de tanya bij nader inzien niet meer huurkopen, alleen huren. Want wat moet zo’n oud mens nou nog met een eigen huis… 

Met gemengde gevoelens neem ik afscheid van Tibor.

Eind april komt Els nog een keer naar Tompa, om de vorderingen van de renovatie te zien. Ze neemt geen contact met mij op, maar later hoor ik van Tibor dat ze graag alvast een nachtje in de tanya wilde slapen, waarop hij snel een bed moest organiseren. En dat ene nachtje werd twee nachtjes.

Ik gok er maar op dat Els en Tibor er verder samen wel uitkomen. Mocht dat niet zo zijn, dan kan hij in ieder geval moeilijk kwaad op mij worden. Ik heb hem immers gewaarschuwd. Meerdere keren zelfs. Els gaat vast weer een treurige bende van dat huis maken. Maar ook daarover doet Tibor nogal laconiek: “Als het te dol wordt, zet ik er wel een keer een vuilcontainer neer en scheppen we de boel gewoon leeg. In deze tanya kan een blind paard eigenlijk geen schade doen.”

Dan zie ik dat Els me heeft ontvriend en geblokkeerd

Als ik eind mei een keer op de Facebook tijdlijn van Els wil kijken om te zien of ze nog iets nieuws te melden heeft over haar komende verhuizing, zie ik dat ze me heeft ontvriend en geblokkeerd. Gepikeerd zoek ik de opzegbrief terug die ik voor haar had geschreven. Op zijn Facebook tijdlijn heeft haar vorige Nederlandse verhuurder een oproep geplaatst. Of iemand weet waar Els is gebleven, want deze vrouw is op een dag zomaar verdwenen uit zijn huurwoning en hij maakt zich zorgen over haar gezondheid.

Ik stuur hem een chatbericht en een paar uur later belt hij me. Ze had een huurcontract bij hem ondertekend voor minimaal 1 jaar, daarna was de huur per maand opzegbaar. Maar ze heeft er maar 6 maanden gezeten. Els had een rare, bijna onleesbare opzegbrief in zijn brievenbus gedeponeerd met de mededeling dat in het ziekenhuis een hersentumor bij haar was vastgesteld, waardoor ze hals over kop terug moest naar Nederland. 

Hij voelt zich zwaar belazerd door haar. Want hij had haar juist zoveel mogelijk geprobeerd te helpen met alles. Hij meende zeker te weten dat ze hem vertrouwde, want ze had hem haar bankpas met pincode meegegeven, zodat hij boodschappen voor haar kon doen. De keurig gerenoveerde huurwoning is in een schandalige toestand achtergelaten. Dat Els hem nu een oplichter noemt, maakt hem woedend.

Haar pensioenfonds maakt geen geld meer naar haar over

Half juni staat Tibor voor mijn poort. Hij kijkt ernstig vermoeid. Hij heeft Els verhuisd naar de tanya. Per 1 mei al. Hij had speciaal een Ford Transit gehuurd en is samen met zijn vrouw helemaal naar haar verre provincie gereden, waar Els hem totaal onvoorbereid had opgewacht. Ze had wat kleding in een vuilniszak gepropt en in het huis was het een ongelooflijke puinzooi. 

“Dat kun je zo echt niet achterlaten”, had Tibor gezegd. Waarop hij samen met zijn vrouw 13 vuilniszakken met lege plastic flessen, lege portflessen, beschimmelde etenswaren, peuken en ander afval had gevuld en in de Ford Transit had geladen. Vervolgens heeft zijn vrouw nog zo goed en zo kwaad als het ging schoongemaakt daar. 

Die avond sliep Els in haar nieuwe tanya in het eenpersoonsbed dat Tibor er eind april had neergezet. Haar oude rammelbus bleek ernstige gebreken te vertonen, dus die had Tibor naar een garage in Tompa gebracht. De volgende dag kwam hij haar ophalen om geld te gaan pinnen voor de eerste maand huur en de borg. Maar toen bleek dat ze nog maar 380 euro kon pinnen…

“Haar pensioenfonds maakt geen geld meer naar haar over. Weet jij wat er aan de hand kan zijn, Lucienne?” Tibor kijkt me enigszins wanhopig aan. Els zit nu al zes weken in zijn tanya en die 380 euro is het enige wat ze hem tot nu toe heeft betaald. Hij schiet nu al haar boodschappen voor. En haar sloffen sigaretten. Hij wil graag helpen, zodat het probleem met haar pensioenfonds kan worden opgelost. Maar hij weet niet hoe.

“Waarschijnlijk heeft haar pensioenfonds een bewijs van leven nodig. Dat moet ze elk jaar inleveren”, antwoord ik. Tibor klaart direct op. Natuurlijk! Dat hij daar niet eerder aan gedacht heeft! Hij gaat dit nu meteen oplossen met Els.

Die meneer Tibor van jou is een vuile oplichter!

Maar een week later staat hij opnieuw voor mijn poort. In het raadhuis van Tompa wilden ze het levensbewijs van Els niet stempelen. Omdat het niet in het Hongaars was. Maar in het Engels/Frans/Duits. Ze gingen niks stempelen wat ze zelf niet kunnen lezen.

En nog los daarvan: Tibor baalt inmiddels zwaar van Els. Want ze heeft de politie gebeld met de mededeling dat haar nieuwe huisbaas een vuile oplichter is, die haar laatste geld en haar auto heeft gestolen. Tibors vrouw was heel erg geschrokken toen er ineens agenten aan de deur kwamen. Gelukkig kende Tibor een van die agenten nog van vroeger en kon hij alles uitleggen…

“Maar als ze zo blijft, dan kan ze wat mij betreft meteen weer vertrekken uit die tanya.”

Shit, ik moet ingrijpen. Al heb ik weinig zin om me nog met Els te bemoeien. Maar ik kan Tibor ook niet laten stikken. Dus wil ik er in ieder geval voor zorgen dat het goedkomt met haar bewijs van leven. Zodat haar pensioenfonds weer geld overmaakt en Tibor tenminste zijn huur en borg krijgt.

Op internet download ik een attestatie de vita in het Nederlands/Engels/Hongaars, waarvan ik twee exemplaren laat uitprinten in de kantoorboekhandel van Tompa. Daarmee rijd ik met enigszins bezwaard gemoed over het hobbelige zandpad naar de tanya, waar op een vuile plastic stoel in een troosteloze, lege tuin een ineengedoken gestalte zit te roken. De slechte vibraties vibreren me in volle hevigheid tegemoet. Oogt die tuin nou ineens zo troosteloos omdat Els hier nu woont? Toen ik het nog in gedachten liep in te richten was het echt een idyllische plek…

Els herkent me en schuifelt moeizaam naar het hek. Opnieuw schrik ik van haar verlopen uiterlijk. Is ze nou veel magerder geworden of was dat al zo? Ze jammert: “Ik leef al zes weken op water en twee witte broodjes per dag! Die meneer Tibor van jou is een vuile oplichter!”

Wordt vervolgd!

Image Burning House by Pixabay