ArtikelenDerde levensfaseGeen donatiesLeven in Hongarije

Sommige mensen kun je onmogelijk redden (2)

Waarin Els drie dagen bij mij op bezoek is om Tibors tanya te bezichtigen en ik drie zakken vuilnis en een rattennest uit haar auto verwijder… 

Telkens als Els een nieuwe zin begint, slaat ze met haar hand op tafel. Verrassend hard, mijn vaas met bloemen wankelt ervan, steeds weer. Elke anekdote die ze oprakelt, is namelijk een statement. Over haarzelf. Hoe ze jarenlang succesvol leiding gaf, maar rond haar vijftigste toch was ontslagen. Maar vooral over de buitenwereld. Hoe slecht die haar altijd heeft behandeld. Tijdens deze monoloog steekt ze de ene sigaret na de andere aan.

Haar extreem grote harige hond kan zijn kont amper keren op mijn veranda, maar hij is duidelijk blij verrast door mijn niet-dominante reu en mijn twee beeldschone, zeer dominante damesherders, die hij kwijlend achterna loopt. Ze gunnen hem geen blik waardig. 

Els zelf heeft helemaal nergens oog voor, en richt zich uitsluitend op mijn luisterend oor. Ik vind dat best vreemd, want tijdens onze telefoongesprekken voorafgaand aan haar bezoek had ik ineens ontdekt dat Els ook ooit in mijn tanya heeft gewoond. Toeval bestaat niet. Ik herinnerde me plotseling dat de slager van wie ik in januari 2023 mijn tanya kocht tegen me had gezegd: “Ik heb dit huis maar een jaar in mijn bezit gehad. Daarvoor was het verhuurd aan een Nederlandse vrouw met een idioot grote hond.” 

En daarna met een verschrikte blik: “Eh… JIJ bent toch niet die vrouw, he?”

“Ha! Dáár kan ik wel slapen!”, roept ze blij. Hier was ik al bang voor.

Er zat weleens post in mijn brievenbus die duidelijk aan een vorige bewoonster was gericht. Die bracht ik meestal ongeopend terug naar het postkantoor. Toevallig lag er net weer zo’n brief op mijn bureau toen Els mij voor de zoveelste keer belde via Messenger. En ineens viel het kwartje. Ik checkte haar achternaam. Die klopte. Maar Els kon het nog steeds niet geloven. Zij huurde mijn tanya destijds van de vroegere eigenaar, een oude man die het landje van 2000 m2 nog gebruikte om planten te kweken voor de verkoop. Hij had haar geen minuut rust gegund, stond drie keer per dag bij de poort te schreeuwen dat ze haar hond binnen moest opsluiten, zodat hij erdoor kon. “Kutya! Kutya!” Belachelijk bang was die man voor haar hond geweest. Gek werd ze ervan! 

Hoe dan ook, van een kleine rondleiding door mijn liefdevol opgeleukte droompaleisje is Els allerminst onder de indruk. Wel klaart ze meteen op als ze ziet dat ik over twee eenpersoonsbedden beschik, die in loungebankpositie haaks op elkaar staan opgesteld in mijn woon-/slaapkamer. 

“Ha! Dáár kan ik wel slapen!”, roept ze blij. Hier was ik al bang voor. 

“Sorry Els, maar dat gaat echt niet. Dan kom je te veel in mijn privésfeer. Bovendien slapen mijn honden op dat andere bed.” 

   

Loungebankbedsituatie zonder en met slapers

Ik vind het tenenkrommend ongemakkelijk om een oude vrouw een fatsoenlijk bed te weigeren, maar het gaat me echt veel te ver om mijn hoofd naast een wildvreemd, ernstig vervuild mens als Els te ruste te leggen.

“We moeten je wel even serieus opkalefateren voor die bezichtiging morgen”

Bovendien hebben we dit van tevoren besproken. Els zou in haar eigen auto slapen, maar wel op een van mijn goede matrassen, voorzien van schoon hoeslaken. 

“Je hebt toch je eigen dekbed en hoofdkussen meegenomen?” 

“Jawel.” 

“Okee, dan ga ik nu even je busje opmeten om te kijken of er een matras van 2 meter lang in past. Zo niet, dan mag je in mijn auto…”

Zodra ik de achterdeuren van haar busje open zwaai, slaat een muffe geur me tegemoet: grote harige hond plus heel veel muis. Niet verwonderlijk, want het busje ligt vol rotzooi. Waaronder schimmelend afval van ooit eetbare zaken. Ik loop terug naar mijn keuken, pak een rol vuilniszakken en plastic keukenhandschoenen en begin resoluut te ruimen, blij dat ik iets kan doen met mijn schuldgevoel omdat ik haar niet naast me laat slapen. Vanuit het busje waaien dingen mijn tuin in. Tot confetti geknaagde snippers papier en karton, lege plastic zakjes, sigarettenpeuken… Els staat erbij en kijkt er naar. 

Als ik de laadruimte van het busje leeg heb, opent ze het portier van de passagiersstoel. 

“Kijk dan”, zegt ze terwijl ze op het handschoenenvak wijst. 

Het klepje hangt open. Een verlaten rattennest. Vol keutels op rattenformaat. Ik laat me niet afschrikken en ruim verwoed door. Eén volle vuilniszak. Twee volle vuilniszakken. Drie volle vuilniszakken. De asbaksituatie… het asbakje zelf zit allang niet meer in de daarvoor bestemde holte, maar het gat is evengoed vakkundig dichtgestopt met peuken. Zo ook de drinkbekerhouder. De rest van de peuken is gewoon op de vloer beland, tussen de bergen papiersnippers uit onder meer het rattennest. Ik stel me voor hoe het is als je aan het autorijden bent en ineens ruikt dat je ergens brand hebt in je auto maar je weet niet waar omdat het werkelijk overal kan zijn…

‘Soms heb ik het gevoel dat ik aan het dementeren ben of zo…’

Na een uur puinruimen plof ik weer bij haar neer op de veranda en zeg zo tactisch mogelijk: “Els, we moeten je wel even serieus opkalefateren voor die bezichtiging morgen. Want volgens mij vindt Tibor uiterlijke dingen best belangrijk. Het zou toch heel vervelend zijn als hij de tanya niet aan je wil verhuren. Wat zeg je ervan als we zometeen even naar Kiskunhalas rijden en een nieuwe outfit voor jou gaan kopen? Zodat je er lekker fris en mevrouwerig uitziet? Dan droppen we meteen even die drie volle vuilniszakken in de vuilcontainer.” 

Els stemt toe. Ja, normaal gaat ze elke dag onder de douche maar dat kon nu even niet want… whatever. Ook wilde ze al weken geleden naar een kapper, want ze schaamt zich dood, maar dat kon ook niet want… whatever. 

Het valt lang niet mee om Els in het nieuw te steken. Ze stribbelt nogal tegen. Want ze háát pastelkleuren! Ze wil gewoon een grijs T-shirt en een joggingbroek die een beetje lekker zit. Daar kan ik helaas niet mee akkoord gaan. Uiteindelijk kiest ze voor drie enigszins opbeurende outfits en een bh voor bij elkaar opgeteld honderd euro. Helemaal geen verkeerde investering, lijkt me. 

In haar Messengerberichten heeft Els een aantal dingen tegen me gezegd die ik goed heb onthouden. Zoals: ’Ik verheug me zooooo op dat huisje en op jouw hulp (vooral je goede raad)’ en: ’Ik heb het gevoel dat ik het niet alleen kan en soms heb ik het gevoel dat ik aan het dementeren ben of zo, maar dat komt alleen door wat er het afgelopen jaar is gebeurd. Ik wil zo graag een rustige laatste levensfase in een huisje waar ik zelf wat aan kan verbouwen (of laten verbouwen) met mijn honden kan wandelen en mezelf kan zijn.’

Over de pup wordt niet onderhandeld.

In gedachten zie ik het helemaal voor me: Els in dat fijne boerderijtje van Tibor, met Tibor als vaste betrouwbare klusjesman. Ik regel een Hongaarse vrouw die wekelijks een ochtend flink bij haar komt poetsen en een Hongaarse man die haar tuin komt maaien. Een goede hoge wildgaas omheining om haar 2000 m2 grond, zodat de grote harige hond lekker z’n ruimte heeft. En dat ik dan elke week een dagje kom om boodschappen met haar te gaan doen, zodat ze voldoende gezond eten in huis heeft. En haar te helpen met haar administratie. Ook kan ik haar naar een dokter of ziekenhuis brengen als dat nodig is. Ze heeft helemaal geen meubels meer, zegt ze. Allemaal van haar gestolen. Ze bezit alleen nog een bed, een computer en een tafel met een bureaustoel. Okee. Dan moet er dus ook een goede fauteuil komen, liefst zo’n relaxstoel waar je lekker met je benen omhoog kan. En een grote tv met NL Ziet erop. Vrieskastje, zodat ze voor meerdere dagen kan koken…

“En een pup”, onderbreekt Els mijn scheppende gedachten. 

“Wat?!” 

“Ja, ik heb weer een pup besteld bij een fokker in Wallonië. Die ga ik halen zodra ik ben verhuisd. Ze zijn wel heel duur helaas, 1500 tot 2000 euro. Maar ik ben zo gek op dat ras, he?” 

“Maar…maar…Els… vind je dat nou echt een goed idee op je 73ste? Nog helemaal een pup halen in België vanuit Hongarije als je net bent verhuisd? Wordt dat niet een beetje stressvol allemaal? Kun je je geld niet beter gebruiken om jezelf fatsoenlijk te installeren in je nieuwe huis? Er zit nog geen keuken in, want die wilde jij zelf uitzoeken, weet je nog? Dat kost ook allemaal geld. En uiteraard moet je ook nog borg betalen…” 

Ineens herinner ik me dat er nog post voor haar op mijn bureau ligt.

Els kijk me ineens strak aan. Over de pup wordt niet onderhandeld. Die pup MOET er komen punt uit. Want haar grote harige hond is zo zielig nu in z’n eentje. Die was altijd een maatje gewend, maar dat maatje is nu dood. Ik stel voor om dan gewoon een leuke stoere teef uit een Hongaars asiel te halen waar haar grote harige hond mee kan spelen, maar daar wil Els echt niks van weten. Het moet koste wat kost zo’n heerlijke fluffy pup van dit dure ras zijn, met stamboom. 

“En hoe moet dat dan als jij over een jaar bijvoorbeeld dood neervalt?”, probeer ik nog tegen beter weten in. 

Helemaal geen probleem volgens Els. Dan gaan ze allebei gewoon terug naar de fokker. 

Ik besluit deze kwestie maar even open te laten en er voor nu het zwijgen toe te doen. Maar in gedachten vraag ik me af of zo’n Belgische fokker soms over een kristallen bol beschikt waarin hij kan zien dat er ergens in Europa een baasje is omgevallen. En of hij dan meteen in de auto springt om die dure honden terug te halen. Of dat ik die dan moet komen brengen of zo. 

Ineens herinner ik me dat er nog post voor haar op mijn bureau ligt. Met frisse tegenzin opent Els de envelop. Achterstallige wegenbelasting. 

“Dat moet jij betalen”, stelt Els vastberaden.

“Hoezo?”

“Nou, jij maakt toch al een jaar gebruik van die wegen hier?”

“Ja. Maar totdat mijn auto was ingevoerd, heb ik nog gewoon de Belgische wegenbelasting betaald. Ik ga echt geen factuur betalen die niet aan mij gericht is, Els.”

De donkergrijze dekbedhoes had maanden geleden al in de was gemoeten

Gelukkig kondigt Els rond een uur of negen aan dat ze moe is en wil gaan slapen. Ik schuif gedienstig een van mijn matrassen in haar busje, waar meteen haar harige hond op gaat liggen terwijl Els haar kussen en dekbed uit een meegebrachte vuilniszak sjort. Zelfs in het schemerdonker kan ik zien dat de donkergrijze dekbedhoes maanden geleden al een keer in de was had gemoeten. 

“Truste Els.”

“Truste Lucienne.”

Met een zucht van opluchting stort ik binnen neer op mijn bed en zet een film op.

De volgende ochtend maak ik in de keuken een uitgebreid ontbijt met geroosterde boterhammen, fruit, koffie en jus d’ orange. Els zit buiten al te roken.

“Goedemorgen, Els! Heb je een beetje kunnen slapen vannacht?”

“Nee, ik heb geen oog dichtgedaan. Mijn hond en ik passen niet samen achterin de auto. Hij wilde op het matras liggen, dus toen heeft-ie mij helemaal opzij geduwd op de harde bodem.”

Ik blijk ineens niets meer te mogen zeggen 

Later die ochtend gaan we dan eindelijk de tanya van Tibor bezichtigen. En dan gebeurt er iets wat ik niet had verwacht. 

“Kijk eens wat een fijne ruime kamers, Els! Een aparte grote slaapkamer en hier een mooie ruime huiskamer, die aansluit op de keu…”

“DAT MAAK IK ZELF WEL UIT”, onderbreekt Els mij giftig.

Ik blijk ineens niets meer te mogen zeggen. Want zij wil vanaf nu alleen nog maar met Tibor praten. Nee, echt je mond houden nu Lucienne, want dat Duits en Nederlands door elkaar heen gepraat kan ik echt niet hebben!

Dus bijt ik de rest van de tijd braaf op mijn tong terwijl Els zich op haar supersympathiekst met Tibor verhoudt en hem vertelt over haar leidinggevende functie vroeger, de vele prijzen die ze in het verleden tijdens echt hoog niveau wedstrijden heeft gewonnen met haar rashonden, haar gezondheidskwesties, hoe fijn ze vroeger al in Tompa heeft gewoond en hoe ze helaas als goedgelovige vrouw die altijd anderen wil helpen door oplichters is bestolen, keer op keer. 

Tibor zoekt enigszins wanhopig mijn blik terwijl Els de ene sigaret na de andere opsteekt en duidelijk bij lange na nog niet klaar is met vertellen. Nauwelijks zichtbaar haal ik mijn schouders op. Ik kan me zo voorstellen dat er misschien toch enig cultuurverschil zit tussen hoe Hongaren met licht dementerende ouderen omgaan en hoe Nederlanders dat doen. Daar wil ik niet in treden.

Uiteindelijk vraagt Els op gedragen toon aan Tibor of zij in de tanya mag wonen. Tibor zegt ja en ze schudden elkaar plechtig de hand. Geregeld.

Middenin de nacht slaakt ze een ijselijke gil 

Die avond slaapt Els niet in haar auto, maar op de veranda, op de chaise longue van mijn hond Quinn. Haar hond slaapt gewoon op de grond naast haar. Middenin de nacht slaakt ze een ijselijke gil. Ik spring onmiddellijk uit bed en tuur door het raam van mijn werkkamer naar de veranda. Ik zie alleen haar hond, die vredig ligt te slapen. De chaise longue is net niet te zien. Niks aan de hand waarschijnlijk.

Quinn op zijn chaise longue 

De volgende ochtend zegt ze dat ze heerlijk heeft geslapen. Ze wil graag samen met mij naar Kiskunhalas. Naar de kapper en nog meer kleren kopen. En haar auto (door mij) laten wassen. En boodschappen doen. En nog een keer eten bij de wok-to-go in de Tesco.

Als ze die middag eindelijk weer mijn zandpad af rijdt op weg naar haar huidige woonprovincie, slaak ik opnieuw een zucht van verlichting. In mijn keuken liggen de vier zakken hondenvoer die Els voor me heeft meegenomen. Voor mijn bemoeienissen tot nu toe, waaronder twaalf uur aan telefoongesprekken en de komende twee maanden. Ik vraag me ongerust af of deze betaling in natura wel zo realistisch is, gezien de vrij uitputtende bewerkelijkheid van Els.

Wordt vervolgd!

Image: Insecten, planten en vruchten rond een rat, Jacob Hoefnagel, naar Joris Hoefnagel, 1693 – 1726, collectie Rijksmuseum.