Over Frans de Waal, de afgeblazen dierenwet, Andrew Tate en andere lessen van de dieren voor de mensen
In mijn hoofd bevindt zich een ronde tafel, waaraan ik mijn eigen wereldreddende ridders heb geplaatst. Een van hen is helaas op 14 maart overleden aan maagkanker: Frans de Waal, de man die de dieren een stem gaf.
Zonder enige twijfel zullen er de komende dagen nog veel portretten en in memoriams te zien en te lezen zijn over ’apenprofessor’ Frans de Waal. Maar maken die wel duidelijk genoeg hoe wereldschokkend belangrijk het werk van deze topwetenschapper was? Een paar jaar geleden had ik de eer om De Waal persoonlijk te interviewen, maar eerst neem ik je even wat verder mee terug in de tijd…
Toen ik in 1985 als beginnend natuurjournalist ging werken bij natuurmaandblad Grasduinen, dacht de wetenschap nog heel anders over dieren dan tegenwoordig. Ik moest ontzettend oppassen met wat ik schreef over de beweegredenen van dieren. Want die waren namelijk altijd instinctief. Of aangeleerd. En nadrukkelijk niets anders dan dat. Dieren mochten absoluut niet worden vermenselijkt, of zoals dat met een mooi struikelwoord heet: geantropomorfiseerd. Wetenschappers in de jaren tachtig hadden namelijk een rabiate afkeer van het idee dat dieren dezelfde emoties kennen die mensen ook ervaren.
Zo was ik ooit door dierentuindirecteur Antoon van Hooff en filmer Bert Haanstra uitgenodigd voor de persvoorstelling van een bioscoopfilm over chimpansees, gemaakt door Jane Goodall en natuurfilmer Hugo van Lawick. Goodall was toen al de meest gezaghebbende chimpansee-expert ter wereld, omdat ze op dat moment al 30 jaar lang samenleefde met chimpansees in Tanzania. Tot mijn grote verontwaardiging bleek dat Van Hooff en Haanstra de oorspronkelijke tekst van Goodall in de Nederlandse vertaling inhoudelijk hadden veranderd. Volgens hen had ze namelijk een fout gemaakt.
“Omdat verdriet een menselijke emotie is”
Het ging om de reactie van het 8-jarige chimpanseemannetje Flint op de natuurlijke dood van zijn moeder, het 53-jarige alfavrouwtje Flo. Flint (een tot op het bot verwend moederskindje) was zó geschokt dat zijn moeder op een dag van ouderdom was gestorven, dat hij het gewoon niet kon accepteren. Hij verviel in totale apathie, at niet meer en staarde dagenlang naar het ontbindende lichaam van zijn moeder. Hij verzwakte zienderogen en drie weken later was hij zelf ook dood.
‘Flint died of grief’ was Goodalls letterlijke tekst bij dit filmfragment, maar precies deze zin was door Van Hooff en Haanstra geschrapt. Na afloop vroeg ik waarom ze dat hadden gedaan.
“Dieren kunnen niet doodgaan van verdriet,” stelde Van Hooff.
“Hoezo niet?”
“Omdat verdriet een menselijke emotie is. Dieren rouwen niet.”
Zo ging dat in die tijd. Dieren rouwen niet, want verdriet kun je niet meten. Inmiddels weten biologen allang dat dieren wel degelijk rouwen om hun doden. Met als meest actuele ontdekking in dit verband de Aziatische olifanten die vijf gestorven kalfjes hebben begraven.
Het ontkennen van de gevoelens van dieren was trouwens ooit nog heel veel hardnekkiger. Omdat we ergens in een grijs verleden onze oren lieten hangen naar ’mannen die het wisten’.
Zoals bijvoorbeeld de zeventiende eeuwse filosoof/wetenschapper Francis Bacon, die teksten uitkraamde als ’nu is het moment aangebroken voor een echte, viriele wetenschap, een die de natuur ondervraagt en kwelt totdat zij haar geheimen prijsgeeft’ en ’ik ben in werkelijkheid gekomen om de natuur met al haar kinderen tot u te leiden en haar te dwingen u te dienen en haar uw slavin te maken (…) haar te veroveren en te onderwerpen, haar op haar grondvesten te laten schudden (…) haar kastelen en vestingen te bestormen en te bezetten’.
Klinkt als een gewelddadige verkrachting. En zo was het ook beslist bedoeld.
Het enige wat telde, waren objectief meetbare feiten
Andere belangrijke heren uit die tijd dachten er precies zo over. Zo wilde Joseph Glanvill ’de natuur in de boeien slaan en haar onze doelen laten dienen’ en vond Thomas Vaughan dat je ’de natuur moet doorsteken tot in haar meest intieme kern zodat men vreest dat men haar zegel bijna heeft verbroken en haar naakt aan de wereld heeft getoond’.
De befaamde filosoof René Descartes meende zeker te weten dat dieren geen pijn kunnen voelen. Omdat pijn alleen kon worden ervaren door wezens die hun eigen lichamelijke sensaties konden begrijpen. Daarmee luidde hij samen met zijn tijdgenoten een tijdperk in van massale wetenschappelijke experimenten op levende dieren, waarbij de kreten die de dieren tijdens de proeven slaakten in géén geval konden betekenen dat ze pijn leden. Want dieren zouden zogenaamd niets willen, niets vrezen en niets weten. Dus konden levende honden rustig met hun vier poten worden vastgespijkerd op planken om vivisectie op hen toe te passen en hun bloedsomloop te bestuderen.
Dit is waar we vandaan komen. Van ver. Tot in het laatste decennium van de vorige eeuw bleven wetenschappers koppig volhouden dat dieren geen gevoelens hebben. Het enige wat telde, waren objectief meetbare feiten. Die mooi in een grafiekje pasten en niet-falsificeerbaar waren (dus waarvan het tegendeel niet kon worden aangetoond). Binnen de biologie heeft dit geleid tot verregaande verwaarlozing van de complexiteit van levende wezens. Kennis van dieren moest vooral droog, overzichtelijk en dus zielloos blijven.
Inmiddels kunnen we er niet meer omheen dat dieren heel veel meer zijn dan de som van hun meetbare delen. Maar volgens Frans de Waal is onze relatie met dieren nog altijd zeer problematisch. “We waarderen ze onvoldoende. Terwijl ze over dezelfde emotionele intelligentie als wij beschikken. Maar wij doen niet genoeg ons best om ze echt te begrijpen, omdat we meestal alles wat dieren doen simplificeren. Nog altijd proberen we hun gedrag zo veel mogelijk toe te schrijven aan instinct of ’associatief aangeleerd’, waardoor we hun doen en laten niet echt kunnen verklaren. Daardoor houden we onszelf nodeloos dom.”
Moreel gedrag is ouder dan de mens
Frans de Waal schreef diverse bestsellers over zijn jarenlange onderzoeken. Daarin staan voorbeelden te over van razend interessant ’menselijk’ dierengedrag. Zo schateren chimpansees het uit als je ze kietelt en kussen ze je bij wijze van begroeting. Ze verkiezen samenwerking boven competitie en ze protesteren krachtig tegen ongelijke behandeling. “Zoogdieren beschikken over wat ik een altruïstische impuls noem. Omdat ze reageren op tekenen van leed bij soortgenoten en een drang voelen hun toestand te verbeteren.”
Tijdens ons gesprek vertelt De Waal ook het ontroerende verhaal van Kuif, een vrouwelijke chimpansee die niet echt een klik met hem had. Ze liep altijd voor hem weg en was gewoon niet geïnteresseerd in contact met de menselijke onderzoeker. Totdat hij iets aardigs voor haar deed dat haar leven compleet veranderde. Kuif had al een paar baby’s verloren omdat ze problemen had met borstvoeding geven. De Waal gaf haar toen een fles met babymelk en liet haar daarmee haar nieuwste baby voeden. Dit gebaar werd door haar beloond met een dankbare kus. Voortaan gaf ze al haar baby’s flesvoeding en de rest van haar leven beschouwde ze De Waal als een van haar allerbeste vrienden.
Frans de Waal: “In gedrag van dieren herkennen we waarden die we zelf nastreven. De oorsprong van de moraliteit is altijd belangrijk voor me geweest. Doordat in Amerika door sommige groepen de evolutietheorie wordt bestreden, volgde daaruit de foute conclusie dat als je in evolutie gelooft, je automatisch niet in God gelooft. En als je God verwerpt, is er ook geen noodzaak voor moreel gedrag. Dat vond ik een vreemde stelling. Moreel gedrag komt niet per se voort uit religie, maar is ouder dan de mens. Het is het kenmerk van sociale diersoorten. En aangezien ook de mens een sociale diersoort is, komt ook bij ons moreel gedrag van binnenuit en niet van bovenaf. Er zijn bijvoorbeeld vrouwenchimpansees gezien die tegenstribbelende mannen naar elkaar toeslepen om het na een ruzie weer goed te maken, waarbij ze hen letterlijk de wapens uit handen namen. Ook hooggeplaatste mannetjes treden soms op als onpartijdig scheidsrechter. Ik beschouw zulke aanwijzingen voor ‘gemeenschapszorg’ als een teken dat de bouwstenen van de moraal ouder zijn dan de mensheid en dat we God niet nodig hebben om te verklaren waar we ons vandaag de dag bevinden.”
Ineens stemt de PVV tegen betere regels voor dierenwelzijn
Tja… waar bevinden we ons vandaag de dag? Als ik naar Nederland kijk, zie ik politici die het bij nader inzien toch niet zo nodig vinden om het lijden van dieren in de bio-industrie te verminderen. Drie jaar geleden was een meerderheid van de Tweede Kamer nog vóór het voorstel van de Partij voor de Dieren om veestallen beter aan te passen aan de natuurlijke behoeften van dieren. PVV stemde toen nog vóór. De nieuwe regels zouden deze zomer ingaan. Maar woedende boeren staken daar een stokje voor, waardoor de PVV -op Dion Graus na- overstag ging en ineens tegen de nieuwe regels voor dierenwelzijn stemde. De nieuwe rechtse politici vinden het ook niet nodig om verdere achteruitgang van de in ons land zwaar geteisterde natuur een halt toe te roepen en veegt zonder enig gewetensbezwaar de natuurherstelwet van tafel, een ramkoers die men graag doorgevoerd ziet binnen de hele EU. Met een glansrol voor Hongarije overigens…
Frans de Waal: “De angst voor antropomorfisme heeft een wig gedreven tussen onszelf en de dieren. Het menselijk ego en het christendom hebben ons laten geloven dat mensen een ziel hebben en dieren niet. Het nut daarvan is dat we onszelf een speciale status kunnen toedichten, die ons zogenaamd het recht geeft om dieren wreed te behandelen, zoals in de bio-industrie. En daar ook grof geld mee te verdienen. We zijn van nature zelfzuchtig en daar valt eigenlijk weinig aan te doen. Het is een heel donker soort van denken, dat helemaal niet correspondeert met wat we zijn. We zijn een soort die inderdaad heel vreselijk kan zijn en ook heel dom, wat betreft onze natuurlijke omgeving. Maar we kunnen ook heel altruïstisch zijn en we hebben allemaal manieren om problemen op te lossen. We zijn een heel creatieve soort. En ik hoop dat mijn ideeën daar misschien aan kunnen bijdragen.”
Overdreven agressieve mannetjes worden niet getolereerd
Toen ik De Waal vroeg hoe hij aankeek tegen diversiteit, antwoordde hij: “Ik vrees dat we bezig zijn om onze samenleving eigenlijk chemisch te reguleren met al die Prozac en Ritalin en andere middelen. We zijn minder tolerant voor de individuele variatie die normaal in een samenleving bestaat en we proberen iedereen in een bepaald gareel te duwen. Binnen een primatengroep mag die hele variatie in temperamenten en persoonlijkheden gewoon bestaan. Iedereen hoort erbij. Zo hadden we ooit in een groep rhesusapen een jong vrouwtje dat geestelijk nogal traag was, maar ook zij werd volkomen geaccepteerd. Ze werd ook niet bestraft voor de stomme dingen die ze soms deed. Dat is heel normaal onder apen. Dieren die bijvoorbeeld een hand verloren hebben of die niet zo slim zijn als de rest, die horen er ook bij. De enige no-go is eigenlijk: als er mannetjes zijn die overdreven agressief zijn, díe kunnen echt serieus in de problemen raken. Dat wordt niet geaccepteerd. Zulke mannetjes worden òf verdreven òf ze worden aangevallen. Dat is eigenlijk het enige waar sterk op gereageerd wordt, maar andere afwijkingen zijn zeer acceptabel.”
Dat van die agressieve mannetjes die niet worden getolereerd, heb ik eerder gelezen. Maar dan over bavianen. Het doet me meteen denken aan Andrew Tate, de -inmiddels gearresteerde- Amerikaans-Britse influencer die pleit voor hernieuwde onderdrukking van vrouwen. Een man die mateloos wordt bewonderd door Thierry Baudet en zijn Forum voor Democratie. Ik kan een gniffel niet onderdrukken als ik me realiseer dat dit soort gekkigheid door sociale diersoorten niet wordt geaccepteerd.
Het laatste woord is uiteraard aan Frans de Waal. “Ik denk niet dat het bestuderen van chimpansees en andere dieren ons kan vertellen wat goed en fout is en ik denk evenmin dat de wetenschap dat kan. Maar kennis van de natuur helpt ons begrijpen hoe en waarom we om elkaar zijn gaan geven en waarom we er naar streven moreel te zijn. Dat doen we omdat onze overleving afhangt van goede betrekkingen en van een op samenwerking gerichte gemeenschap. Ik hoop dat ik met mijn werk mensen ervan heb kunnen overtuigen dat er veel meer is tussen ons en andere diersoorten en dat we daarom eindelijk eens van ons voetstuk af stappen. Want ik denk niet dat dat voetstuk nou zo constructief is.”
Image: ape by Pexels via Pixabay & Frans de Waal gefotografeerd door zijn vrouw Catherine Marin via Wikipedia Commons