ArtikelenDerde levensfaseLeven in Hongarije

Ondertussen in de tanya…

Mijn eerste winter hier was geweldig. Af en toe een sfeervol laagje poedersuikersneeuw, gezellige kerstdiners met anderen en diepe overpeinzingen… 

 

Half februari alweer. Tot nog toe is de Hongaarse winter me alles meegevallen. Niet te vroeg juichen natuurlijk, maar de laatste twee weken was het hier gewoon echt al een beetje lente, met bijna elke dag stralende zonneschijn. Nogal een verschil met Nederland, waar het water wekenlang met bakken uit de lucht viel en hele gebieden onder water kwamen te staan.

Voorafgaand aan mijn emigratie had ik gelezen dat het tijdens Hongaarse winters wel 25 graden kon vriezen, dus voor alle zekerheid had ik in de zomer maar liefst acht kuub acaciahout voor mijn tegelkachel ingeslagen. Daar is nu nog zeker de helft van over. Fijn, dat scheelt een hoop geld voor de volgende winter!

Het hangt er nogal van af waar je precies zit in Hongarije. Mijn vriendin in het hoge noorden heeft beslist lagere temperaturen gehad dan ik hier in het uiterste zuiden. Maar wat ik begrijp van mensen die hier al wat langer wonen, is dat de Hongaarse winters de afgelopen jaren aanzienlijk zachter zijn dan vroeger. 

Volgens diezelfde vriendin krijgen veel Nederlanders en Belgen die in Hongarije wonen, ’s winters trouwens ernstig last van cabin fever.

“Ehhh…wat moet ik me daar bij voorstellen?” 

“Dan komen de muren op ze af en gaan ze hun frustraties afreageren in de Facebookgroepen. Soms loopt dat zo hoog op, dat ze zelfs speciaal in de auto stappen om iemand op te zoeken voor een robbertje vechten!”

“Dat meen je niet!”

“Oh, ik weet van verschillende gevallen. Bedreigingen. Wegpesterij…”

Over de korte lontjes op social media

Dat de lontjes op social media ’s winters nog korter zijn dan ’s zomers is mij inderdaad ook wel opgevallen. Ik heb me er maar niet tegenaan bemoeid, want daar word ik alleen maar chagrijnig van en bovendien heb ik wel wat beters te doen. Op 8 januari plaatste ik een artikel over mijn toekomstplannen in Hongarije en richtte daar dezelfde dag een bijpassende Facebookgroep bij op, die binnen één maand al meteen 500 leden had.

En daar heb ik het dus ineens heel erg druk mee! Omdat nieuwe leden in zulke groten getale van alle kanten kwamen toestromen (Nederland, België, Hongarije en zelfs ook uit andere landen) en ik niet wist waar ze eigenlijk precies naar op zoek zijn, formuleerde ik enkele toelatingsvragen. Waaronder ook: ’Waarom wil je graag lid worden van deze groep?’ Nieuwe leden die mijn artikel duidelijk nog niet hadden gelezen, antwoordden vaak ’omdat ik wil weten hoe ik gezond oud kan worden’ of ’omdat ik interesse heb in gezondheid’. 

Okee. Dat zet mij dan weer aan het denken.

Als er íets is wat mij echt is opgevallen in het kleine jaar dat ik hier nu woon, dan zijn het inderdaad toch die ongezond korte lontjes op social media. Daar ga je zeker niet gezond oud mee worden. Ik vraag me af of dat specifiek iets voor Hongarije is. Waarschijnlijk loopt het in Nederland en België net zo hard uit de klauw. Vooral sinds corona laaien de tegenstellingen tussen mensen steeds hoger op. De wappies/snappies/wakkeren tegenover de schapen die nog steeds de krant lezen. De trotse vleeseters tegen de vegans. De boeren tegen de natuurgekkies. En dan zwijg ik nog over de polariserende effecten van het huidige oorlogsgeweld. Het is om gek van te worden. Of je volledig te onttrekken aan al deze chaos in de buitenwereld…

Eerlijk gezegd voelde ik me lang niet goed

Als ik mensen weer eens pissig zie ruziën op Facebook, gaan mijn gedachten vaak onwillekeurig terug naar Sjoerdje. In de Nederlands/Hongaarse Facebookgroepen beter bekend als Beb de Bouwer. Sjoerdje die nu dood is.

Lieve gekke Sjoerdje, die ik bezocht toen ik een jaar geleden op zoek was naar een huis voor mezelf in dit nieuwe woonland. Ik had haar leren kennen via zo’n Facebookgroep van Nederlanders in Hongarije. Ze kwam net als ik uit Amsterdam, dus we hadden meteen een band. Een kleine, tengere vrouw met maatje 34 en een onmiskenbare hippie-uitstraling.

Op die grijze dag in januari ontving Sjoerdje mij in haar rommelige keuken, waar een grote groene tegelkachel een weldadige warmte verspreidde. Wilde ik ook zo’n heel ingewikkelde warme chocolademelk van plantaardige melk met nepcacao? Heel graag. Ik mocht ook gerust een shaggie van haar draaien. En hoewel ik eigenlijk met roken was gestopt, deed ik toch maar een dankbare greep naar het pakje shag dat ze me toeschoof.

Want eerlijk gezegd voelde ik me lang niet goed. Mijn relatie was nog maar net uit en waar moest ik in godesnaam beginnen met zoeken naar een huis in Hongarije? Ik had er ook veel te weinig tijd voor, dus dikke kans dat ik een hut vol verborgen gebreken zou kopen. Die paar uurtjes aan de keukentafel bij Sjoerdje verwarmden echter mijn hart en vervulden me met nieuwe daadkracht. 

“Ik vertrouw toch liever op mijn eigen immuunsysteem”

Natuurlijk bleven we contact houden. Toen ik eenmaal naar mijn tanya was verhuisd, vroeg ik of ze zin had om bij mij langs te komen. Dat had ze. En zo zaten we op een mooie voorjaarsdag haar meegebrachte mini-flesjes palinka leeg te drinken op mijn veranda terwijl haar honden speelden met mijn honden. Ze was blij dat ze me had leren kennen, zei ze. Want ik kwam zo verstandig op haar over. Terwijl zij zelf vaak heel erg in de war was.

Over corona, over de overheid, over haar buren, over de nieuwe slimme meter in het huis van haar volwassen zoon, over haar familie, over haar ex-man, over de arbeiders die ze inhuurde om in haar Hongaarse huis te klussen. Over alles eigenlijk. Ze had nogal een ruig leven achter de rug, met veel verliezen. Ze was opgenomen geweest. Ze was ook hiv-positief. Maar daar slikte ze al een hele tijd haar medicijnen niet voor omdat ze Big Pharma niet vertrouwde. 

Tegen beter weten in memoreerde ik dat Big Pharma ook zo z’n positieve kanten heeft. En dat juist die hiv-medicatie toch een behoorlijke doorbraak in de geneeskunde is. Dat ik me maar al te goed herinner wat een verschrikkelijk doodvonnis het in de jaren tachtig nog was. “Ja, ik weet het”, antwoordde Sjoerdje. “Maar ik vertrouw toch liever op mijn eigen immuunsysteem. Omdat ik hier zo gezond leef, snap je?”

Nog geen twee maanden later werd ze in Hongarije opgenomen in een psychiatrische inrichting. Daar had ze het erg naar haar zin, volgens haar opgetogen Facebook-postings. En na een paar weken mocht ze alweer naar huis. Waar ze een maand later stierf aan aids. Wat vrijwel zeker niet was gebeurd als ze haar hiv-medicatie was blijven slikken.

Wanneer houd je je mond en wanneer niet

Dus tja…wanneer houd je je mond en wanneer niet. Dat is een vraag die steeds vaker overdwars klem zit in mijn systeem. Ik vermoed dat meer mensen daar last van hebben. 

Overigens ontmoet ik hier momenteel steeds meer ontzettend lieve Nederlanders. Vaak mensen die een beetje terughoudend zijn. Huiverig voor de korte lontjes. Terwijl al die boze Nederlanders en boze Belgen ook hun angsten hebben, weet ik 100% zeker. En dat brengt mij terug bij het thema gezondheid. Mensen zijn groepsdieren, sociale wezens. Net als verreweg de meeste diersoorten. Er zijn maar heel weinig dieren die floreren bij een solitair bestaan. Daar is ook een reden voor: samen sta je echt heel veel sterker en krijg je ook veel meer voor elkaar. 

Eerlijk is eerlijk: ik geniet enorm van mijn privacy in en rond de tanya die ik nu bewoon met mijn drie herdershonden. Het is pure luxe om nou eens lekker met niemand meer rekening te hoeven houden en echt autonoom te kunnen zijn. Maar toch investeer ik bewust in het leggen van nieuwe contacten en het onderhouden van vriendschappen. Omdat ik me er maar al te goed van bewust ben hoe belangrijk fijne sociale contacten zijn voor mijn gezondheid.  

Dat wordt dan ook een belangrijk ingrediënt van de losvaste ouderen community die mij voor ogen staat. Niet voortdurend op elkaars lip zitten of over het tuinhek hangen, maar zeker weten dat je regelmatig onder de mensen bent en hechte vriendschappen kunt sluiten met mannen en vrouwen die ook echt op jouw golflengte zitten. Dat is volgens mij veel belangrijker dan je politieke mening uitdragen ten koste van alles.

Bovendien: hoeveel eigen onderzoek je ook doet, je krijgt je vinger er toch nooit precies achter. Daarvoor zit de wereld nu eenmaal veel te complex in elkaar. In je derde levensfase kun je maar beter het goede voorbeeld geven en gewoon in de praktijk laten zien hoe het óók kan: sociaal en hulpvaardig zijn tegenover anderen, lekker moestuinieren en goed voor je dieren zorgen. 

Mijn gekozen waardering € -